Lisbeth Gruwez / Voetvolk

Over

°1977, woont en werkt in Brussel
Lisbeth Gruwez
studeert hedendaagse dans aan P.A.R.T.S. van 1997 tot 1998 en start haar professionele carrière bij Ultima Vez, in het Pasolini Project Of Heaven and Hel en Away From Sleeping Dogs met Iztock Kova. Sinds 1999 werkt Lisbeth Gruwez samen met Jan Fabre: As Long As the World Needs a Warrior’s Soul , gevolgd door Je suis sang de creatie voor de Cour d’Honneur in Avignon. In 2001 is zij te zien in de film Les Guerriers de la beauté , een film van Pierre Coulibeuf over het werk van Jan Fabre. Voor Needcompany/Jan Lauwers acteert zij in 2002 in Images of Affection . In 2003 werkt Lisbeth Gruwez samen met Grace Ellen Barkey in Few Things en Cry Me a River van Riina Saastamoinen. Nog in 2003 werkt zij mee aan de productie van Polydans : See-Sick en aan Foi , een productie van Les Ballets C. De la B./ Sidi Larbi. Jan Fabre creëert in 2004 voor Lisbeth Gruwez de solo Quando l’uomo principale è una donna . Ze ook te zien in de installatie DON’T , in collaboratie met Peter Verhelst.

Maarten Van Cauwenberghe ° 1976
In 1999 verliet Maarten de Jazzstudio in Antwerpen om aan de slag te gaan als muzikant/performer bij Jan Fabre. Ze werkten voor het eerst samen voor As Long As the World Needs a Warrior’s Soul . In 2001 componeert Maarten Van Cauwenberghe de muziek voor Je Suis Sang , de creatie voor de Cour d’Honneur in Avignon en in 2004 maakt hij de soundtrack voor de danssolo Quando L’Uomo Principale è una Donna met Lisbeth Gruwez. Naast de samenwerking met Fabre creëerde Maarten Van Cauwenberghe samen met Rosas-danseres Julia Sugranyes de voorstelling Redial 2 en maakte hij de soundstrack voor de dansvoorstelling Sens Acte Sans van Label Cedana (Cédric Charon en Annabelle Chambon). In 2003 creëerde hij de muziek voor de voorstelling See-Sick van Polydans. In 2006 richtte Van Cauwenberghe samen met danseres en choreografe Lisbeth Gruwez de vzw Voetvolk op met als bedoeling eigens dansproducties te maken. Hun eerste voorstelling Forever Overhead ging in januari 2007 in première.